Wel eens enthousiast geweest over God? De profeet Jesaja juicht: ‘Ik wil vertellen van Gods gunst! Ik wil spreken over zijn roemrijke daden van redding en verlossing voor Israël!’ Hij roept uit: Hij werd hun tot een Verlosser! En let dan op, hij zegt: In al hun benauwdheid, was ook Hij benauwd. (1) Dat is een ontdekking!
Hier staat dat, toen Israël door haar kwaad in de ellende verkeerde, God dit als ellende voor zichzelf ervaarde. Hun pijn en verdriet deden Hem lijden. Dit zegt veel over hoe Hij tegenover ons staat.
Onze situatie raakt God! Onze vreugde is zijn vreugde, ons verdriet zijn verdriet, ons lijden zijn lijden. Je kunt het je moeilijk voorstellen, maar de Bijbel zegt het! En God bewees het! In de hoogste mate.
Jezus droeg om ons zelfs het lijden van de dood, omdat wij verloren waren. Hij onderging letterlijk onze benauwdheid (2), geestelijk en lichamelijk. En vandaag is God dezelfde.
Nóg een verrassing
Jesaja’s woorden tonen hoe dicht God bij ons is, hoever zijn liefde voor ons gaat. Dat het Hem ráákt, wanneer ons hart tekeer gaat, wanneer we geen uitkomst zien.
Dan gaat Hij zelfs voorbij aan onze opstandigheid en ons ongeduld, die ons dan parten kunnen spelen. Wanneer we niet weten wat we van Hem mogen verwachten en wanhopig zijn. Op die innerlijke strijd reageert Hij met zijn liefdevolle barmhartigheid.
Over Israël zegt Hij dan: Zij zijn toch mijn volk! (3) ‘Jij bent toch mijn kind!’ zegt Hij tegen ons. Een vader kan wat hebben! En dan volgt er nóg een verrassing in deze profetie. Want Gods benauwdheid bracht Hem in beweging om hen te verlossen. En hoe!
Uit al onze benauwdheden
Jesaja verklaart: ‘Toen heeft ... de Engel van zijn aangezicht ... hen gered!’ (4) De ‘Engel van zijn aangezicht’? Ja, dat is er maar Eén! Dat is Hij die dichterbij God is dan wie ook. Die altijd al voor Gods ogen was en dat nog is (5). Die dagelijks de Vader in de ogen kijkt, omdat Hij één met Hem is (6): Jezus, het Woord dat God heeft gesproken, en die de waarheid is van zijn wezen (7).
Dagelijks staat Hij voor Gods ogen, voor zijn aangezicht. Dagelijks spreekt zijn aanwezigheid God daar aan op zijn beloften en zijn liefde. Door Hem heen bracht God Israël redding, keek Hij naar ons en werd Hij ook onze Redder. Die ons ook nu zal redden uit al onze benauwdheden (8).
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Jesaja 63:7-9a.
Ik zal de gunstbewijzen van de HEER vermelden, de roemrijke daden van de HEER, naar alles wat de HEER ons heeft gedaan en naar de grote goedheid jegens het huis van Israël, ... Hij werd hun tot een Verlosser. In al hun benauwdheid was ook Hij benauwd, ...
(2) Matteüs 27:46.
Omstreeks het negende uur riep Jezus met luide stem ...: Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Hebreeën 2:9.
... Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor een ieder de dood zou smaken (= zou ervaren - AvdS), ...
(3) Jesaja 63:8.
Hij (God - AvdS) zei: Zij zijn toch mijn volk, ...
(4) Jesaja 63:9a.
In al hun benauwdheid was ook Hij benauwd, en de Engel van zijn aanschijn heeft hen gered.
(5) Spreuken 8:30.
Toen was ik een troetelkind bij Hem, ..., te allen tijde mij verheugend voor zijn aangezicht.
Hebreeën 10:12.
Deze (= Jezus - AvdS) echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God.
(6) Johannes 14:11.
Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is; ...
(7) Hebreeën 1:3.
Deze (= de Zoon - AvdS), de afstraling van zijn (= Gods - AvdS) heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen,...
(8) Psalm 34:7.
Deze ellendige hier riep en de HEER hoorde, Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden (let op vers 8).
|