Ja, nu wij... Want de indrukwekkende dingen die we de afgelopen weken in de Bijbel lazen over Gods grootheid en die van Jezus, was de ene kant. De andere kant wordt zichtbaar, als we lezen wat God door Jeremia zegt: Ik, de HEER, (de grote en eeuwige God) doorgrond het hart en toets de nieren, ... (1). Dat is de andere kant: ons hart. En opnieuw is het indrukwekkend!
Want God, die zo onvoorstelbaar groot is en die het heelal omvat, wil tegelijk in ons hart, dat kleine hart van ons, wonen. En Hij doorgrondt het, helemaal: ... alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem ... (2). Maakt ons dat ongerust?
Als we verkeerde dingen beramen, is daar reden voor. Want God vervolgt zijn woorden over het doorgronden van ons hart met deze woorden: ... om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn daden (1). Echter, Hij is niet in ons hart voor een opsporingsactie, maar om er vrede te scheppen (3). Hij zoekt gemeenschap met ons.
Geest kan omgaan met geest
God is Geest en heeft ons gemaakt als mensen die niet alleen lichaam en ziel zijn, maar ook geest (4). En Hij wil met ons een relatie! Want geest kan omgaan met geest, de Heilige Geest met onze geest.
Om dit mogelijk te maken, ruimde Hij door Jezus’ offer de barrière van de zonde op en redde Hij ons van de verlorenheid, het voor eeuwig zonder God zijn. En tegelijk, door de kracht van de Heilige Geest, heiligt Hij ons, dat is: maakt Hij ons geschikt om met Hem om te gaan (5).
Bij de inwijding van de tempel, toen Gods Geest in de vorm van een wolk daarop neerdaalde, was Salomo opgetogen. Hij riep uit: Zou God dan werkelijk bij de mensen op aarde wonen? (6) Jazeker! En niet alleen bij, maar zelfs ín ons! (7)
Van voor naar achteren
Dit is opnieuw buitengewoon. En ontzagwekkend! Dat God, die het heelal omvat, zo intiem, zo persoonlijk bij ons en zelfs in ons hart wil zijn. Zelf zegt Hij: ... in de hoge (hemel) ... woon Ik en bij de ... nederige van geest ... (8) (lees vooral deze hele, prachtige tekst hiernaast!).
Nederig zijn we, als ons hart voor Hem een open boek is. Als wij Hem zo vertrouwen, dat wij het vrijwillig voor Hem openen en Hij de inhoud kan lezen, van voren naar achteren. Als wij ons daarin helemaal aan Hem geven (9). In de wetenschap, dat Hij ons hart allang kent.
Én vanuit het verlangen, dat zijn grootheid niet alleen het heelal, maar ook ons hart zal vullen.
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Jeremia 17:10.
Ik, de HEER, doorgrond het hart ... en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn daden.
(2) Hebreeën 4:13.
... geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, ...
(3) Jesaja 57:19.
Ik schep de vrucht van de lippen: vrede, vrede voor hem die verre, en voor hem die nabij is.
(4) Genesis 2:7.
- toen vormde de HEER God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem (= ‘de adem van leven’ = de geest - AvdS) in zijn neus; ...
(5) 2 Tessalonicenzen 2:13.
... wij behoren God ... te danken ... dat God u ... zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.
(6) 2 Kronieken 6:18.
Zou God dan werkelijk bij de mensen op aarde wonen? Zie, de hemel, zelfs de hemel der hemelen, kan U niet bevatten, ...
(7) 1 Johannes 4:15.
Al wie belijdt, dat Jezus de Zoon van God is - God blijft in Hem en hij in God.
(8) Jesaja 57:15.
Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge (= in de hoogste hemel - AvdS) en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest van de nederigen en het hart van de verbrijzelden te doen opleven.
(9) Spreuken 23:26.
Mijn zoon, geef mij je hart, ...
|