Welgevallig zijn
Welgevallig zijn
* Welgevallen = genoegen.
* Welgevallig zijn = tot genoegen zijn, tot vreugde zijn.
* God welgevallig zijn = tot Gods tevredenheid zijn; voor Hem een
genoegen, een plezier, een vreugde zijn.
Als de Bijbel zegt dat iemand God welgevallig is, dan bedoelt de Bijbel dat God aan zo iemand vreugde beleeft. Dat hij of zij voor Hem een plezier is, bijvoorbeeld door zijn of haar houding, daden, woorden of manier van leven.
Een 'God welgevallig offer (Romeinen 12:1) is een offer waarmee God tevreden, blij is. Het geeft Hem vreugde door wat daarachter steekt, door wat er in het hart is van degene die dat offer brengt.
Over de schepping lezen we steeds weer: En God zag dat het goed was (Genesis 1:10b, enzovoort). Dit zegt dat wat Hij op dat moment had geschapen, overeenstemde met zijn bedoeling. Maar na het scheppen van de mens was zijn schepping voor Hem pas echt áf - zoals die worden móest. Dán staat er iets anders: En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed (Genesis 1:31).
Daaruit spreekt Gods welgevallen in wat Hij had geschapen. De schepping was een eer voor Hem. Hij was er tevreden over en had er plezier in. En vooral was de schepping zo bijzonder goed, omdat Hij de mens - ons - eraan toegevoegd en erover gesteld had om haar te beheren.
Door de wijze waarop wij dat zouden doen, zou de schepping voor altijd een vreugde voor Hem blijven (Genesis 1:28). En wijzelf eveneens. Wij zouden Hem welgevallig zijn. Zoals zonen een vreugde voor hun vader kunnen zijn. Dat was zijn plan!
Ook ons heeft God dus gemaakt om plezier in ons te hebben. Hij wilde, als een echte vader, trots op ons zijn. En als wij zo leven, dat dit gebeurt, brengt dit zegen voor ons mee (Psalm 1:1-3; 37:23).
Daarom zegt Handelingen 10:35: Maar onder elk volk is ieder die Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig. Waarom? Omdat het leven van zo iemand overeenstemt met zijn plan, zijn bedoeling, zijn wil. Dit was in alle volmaaktheid zo bij Jezus. In zo iemand vindt God zijn hart terug. Het hart van zo iemand is op Hem gericht en Hem toegewijd. Zo had Hij het bij Adam willen zien. En Hij verlangt ernaar, dit bij ons te zien, door wat Jezus in ons heeft gedaan.
Samengevat: Wat uit liefde voortkomt (Filippenzen 4:18), wat uit overgave aan Hem voortkomt (Romeinen 12:1), uit toewijding en een dienend hart (Romeinen 14:18), is een vreugde voor God. Het is Hem welgevallig.
God welgevallig zijn, begint bij het belangrijkste: geloof in God en in wat Hij door Jezus heeft gedaan. Alleen door dat geloof worden wij tot mensen die Hem echt welgevallig zijn (Hebreeën 11:5-6).