Recht
Recht
* Recht is niet door één enkel woord te vervangen.
Gods recht houdt in: redding, verlossing, hulp voor de arme, de weduwe en de wees, voor de vreemdeling en voor degene die geen helper heeft (Psalm 72:12; Deuteronomium 10:17-18; Jesaja 1:16-17).
God trekt de dingen recht die krom zijn. Dat betekent onder andere dat Hij voorzien heeft in onze redding van de eeuwige verlorenheid. De straf voor onze zonden moest worden gedragen. Maar omdat die voor ons niet te dragen was, heeft Hij in die nood voorzien. Hij heeft die daarom op Jezus gelegd. Hij is Gods offer voor de zonde, dat de straf teniet deed. Zo heeft Hij ons zelf gered. Dat is Gods recht voor ons.
Jesaja 42:3-4 profeteert over Jezus:
Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht; en op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten.
En Jesaja 61:1-3 en 8 zegt over Hem:
De Geest van de Heer HEER is op mij, omdat de HEER mij gezalfd heeft: Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening van de gevangenis; ...; om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. ... Want Ik, de HEER, heb het recht lief (zie ook Psalm 146:7-9).
Jezus bracht Gods recht en komt terug om als Koning op de gehele aarde Gods recht te doen gelden (Psalm 96:9-13).
Onrecht wordt door God bestraft: Wee hun die heilloze verordeningen uitvaardigen, en (wee) de schrijvers die lasten voorschrijven, om de geringen van het recht weg te dringen en aan de ellendigen van mijn volk het recht te ontroven, zodat de weduwen hun buit worden en zij de wezen uitplunderen (Jesaja 10:1-2). Wie dat doen, zullen niet ontkomen (vers 3-4; zie ook Maleachi 3:5). Dat behoort ook tot Gods recht.
Gods recht komt voort uit zijn karakter van volmaakte liefde en goedheid. Daardoor kan Hij genadig zijn en vol barmhartigheid. Daardoor vindt Hij steeds weer oplossingen voor onoplosbare problemen, zoals het feit dat zijn rechtvaardigheid maakt dat de zonde bestraft moet worden.