de weg naar je bestemming

Profetisch zijn de

woorden, waarmee Psalm 71:5-7 ons het nieuwe jaar in laat gaan. Je moet goed lezen, maar dan begrijp...

lees meer...

Het zwakke van God.

Wie wil daar nu over praten! Wel, die zijn er! Dat zijn degenen die begrijpen ...

lees meer...

Wat er werkelijk gebeurde,

voorafgaand aan de uittocht van Israël uit Egypte, en hoe God de geschiedenis bestuurde, daarov...

lees meer...

David 'zag' Jezus

Een SPECIAL! Een wat meer uitgediept onderwerp, versterkend
voor je geloof, duidelijkheid gevend bij moeilijke vragen, ontdekkend
en bemoedigend.

                         Tip! Print de pagina uit. Dat leest gemakkelijker. Print hier ...


 

Een psalm om nooit meer te vergeten! hier ...

Hoe God zijn Zoon aan David openbaarde

                                                  door Arie van der Stoep

Psalm 110 wel eens gelezen? Moet je doen! Je zult versteld staan! Het is een unieke openbaring. Duizend jaar voor Jezus’ geboorte hoorde David God tot zijn Zoon spreken. Hij hoorde hoe God Hem goddelijke heerlijkheid gaf, Hem al zijn vijanden deed overwinnen, het leger van zijn discipelen voor Hem opriep, teneinde Hem ter beschikking te staan, en hij hoorde hoe God Hem een eed zwoer over de eeuwige werking van zijn offer aan het kruis. David zag de dingen achter de dingen en hoe Jezus degene is, om wie alles draait in de wereldgeschiedenis.

Als we kijken naar wat er vandaag in de wereld gebeurt, dan denken we misschien zoiets van: wat er gebeurt, gebeurt nu eenmaal. Maar achter alle ellende in de wereld, achter alle strijd en oorlogen, speelt zich een nog grotere oorlog af: de strijd tussen het Koninkrijk van God, dat bezig is te komen en waarvan Jezus de Koning is, en het rijk van de duisternis, waarvan de satan de aanvoerder is.

Dit rijk wil koste wat het kost standhouden. Maar Jezus zal overwinnen. Deze psalm gaat daarover. Hij geeft inzicht in wat er, onzichtbaar voor mensenogen, bezig is te gebeuren en waarop dit uitloopt.

Een grote strijd

Dat begint al direct in het eerste vers van deze psalm. God openbaart daar aan David een gesprek tussen de Vader en zijn Zoon. David zegt: Aldus luidt het woord van de HEER tot mijn Heer.

David zegt hier profetisch: ‘Dit zegt de HEER, de Vader, tot mijn Heer, de Zoon.’ In feite openbaart en erkent David hier zijn Heer, die wij kennen als Jezus de Messias. En dan komen die woorden die David ‘hoort’ vanuit de Heilige Geest. Woorden die pas 1000 jaar later tot werkelijkheid worden: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten (vers 1).

In één vloeiende zin kondigt God al ver van tevoren Jezus’ hemelvaart aan. Kondigt Hij aan dat Hij Jezus zal uitnodigen om plaats te nemen aan zijn rechterhand (1), op de hoogste plaats in het heelal. Dat Hij dus God zal zijn (2). Maar Hij zegt er tegelijk bij dat er vanaf dat moment een grote strijd zal woeden. En dat Hij Jezus daarin uiteindelijk de overwinning zal geven over al zijn vijanden: ... totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. Dit is vandaag bezig te gebeuren.

Mandaat

We weten ook wie die vijanden zijn: de macht van de zonde, de satan, de dood, het dodenrijk, het gehele rijk van de duisternis en allen die zich verder willens en wetens blijven verzetten tegen de komst van Gods Koninkrijk en zijn Koning. God zal bewerken dat zij uiteindelijk allen onderworpen worden aan Jezus’ heerschappij, zodat ze zullen zijn als een voetbank voor uw voeten.

Er is daar nog geen sprake van het oordeel. Want het oordeel brengt geen onderwerping, maar een definitieve wegwerping in de ‘poel van vuur en zwavel’. Alles is dan voorbij!

Hier wordt dus gesproken over een nog komend tijdperk, waarin Jezus zal regeren. Vers 2 zegt daarover: De HEER strekt van Sion uw machtige scepter uit. Door de kracht van God zal de scepter van Jezus’ regering dan op machtige wijze over de aarde uitgestrekt zijn. Vanuit Sion zal dat gebeuren, staat er. Dat is: vanuit Jerusalem. God zal Jezus dit mandaat om te regeren geven. Dat mandaat luidt: Heers temidden van uw vijanden.

Uit de schoot van de dageraad

Op dat moment zullen zijn tegenstanders dus nog steeds op de aarde aanwezig zijn. En Hij verkeert temidden van hen. Maar Hij zal over hen heersen. Ze zijn Hem onderworpen, net zoals in Davids tijd de volken rondom Israël aan David onderworpen waren.

Over deze komende periode op aarde spreekt de Bijbel op veel plaatsen. Onder andere door Jesaja, Micha en Zacharia zegt God dat het een tijd zal zijn, waarin Jezus als de Vredevorst op de aarde vrede brengt. In Openbaring zegt Hij over die periode dat die duizend jaar zal duren.

Niet het kwade zal dan de wereld beheersen, maar het goede. Niet de satan, maar de ‘kinderen van het licht’, zij die aan Jezus toebehoren, zullen het klimaat bepalen. Daarover gaat het volgende vers van Psalm 110.

Want er vindt bij Jezus’ komst als Koning nog een andere gebeurtenis op aarde plaats. Zij die vóór Jezus’ komst al gestorven zullen zijn en die bij hun leven hun hoop op God hadden gesteld en in Jezus hadden geloofd, zullen opstaan uit de doden: In heilige feestdos rijst uit de schoot van de dageraad (= uit de nieuwe dag van een toekomst met Jezus - AvdS) de dauw van uw jonge mannen voor u op.

Beschikbaar

Dit is een prachtige, poëtische en vreugdevolle weergave van wat er gaat gebeuren. Zoals bij een nieuwe dag de zon stralend boven de horizon verschijnt en tegelijk de aarde bedekt wordt door een verfrissende en lavende dauw, zo zullen bij de stralende verschijning van Jezus Gods kinderen verjongd en vernieuwd opstaan uit het graf en weer op de aarde verschijnen.

Zij zullen zijn als het puikje van de jonge mannen van een land, die vroeger vol vuur opstonden voor hun koning, om hem te volgen, als hij hen opriep op de dag van de ‘heerban’, dat is: op de dag van de oproep voor de strijd.

Zo zullen Gods kinderen voor Jezus, hún Koning, opstaan uit het graf, als Hij hen daar uitroept. Ze zullen klaarstaan om Hem te ontmoeten ‘in heilige feestdos’, dat is: met een nieuw lichaam dat ontdaan is van alle sterfelijkheid. Ze zullen voor Hem heilig en volkomen toebereid zijn: Uw volk is een en al gewilligheid op de dag van de heerban, dus op de dag, dat ze worden opgeroepen, zegt God in vers 3, om hun Koning te dienen.

Zij zijn het volk dat door God is voorbereid in de tijd dat zij op de aarde leefden en Jezus volgden. Die tijd kregen zij, om zich te láten voorbereiden op die ontmoeting met Jezus, een tijd van heiliging dóór Hem en van overgave áán Hem. Doordat zij door God zijn geheiligd - dat is: klaargemaakt (3) - zijn zij bij Jezus’ terugkomst voor Hem beschikbaar. Net zoals die jongemannen voor hún koning.

Een volk voor de eeuwigheid

Dat is nodig! Hij wil dit grote, ‘opgeleide’ leger gebruiken om zijn regering van vrede, liefde en redding over heel de aarde uit te breiden. Zodat alle volken de weldaden (het ‘heil’) van zijn Koningschap zullen ondervinden (4).

In ons leven met Hem leren we vandaag om Hem straks te kunnen vertegenwoordigen bij alle volken van de aarde als ‘koningen’ - we zullen bekleed zijn met gezag - en als ‘priesters’ - we zullen geestelijke verantwoordelijkheid voor mensen dragen, om hen dichterbij God te brengen (5). Zodat Gods plan ook in hun leven gestalte krijgt en opdat ook zij deel zullen hebben aan Gods heil.

Dat priesterschap van ons is gebaseerd op Jezus’ priesterschap. Met een eed bekrachtigde God tegenover Jezus zijn besluit, dat Hij Koning en Priester zal zijn naar het beeld van de koning-priester Melchizedek, die in het Oude Testament optrad tegenover Abraham: De HEER (God de Vader) heeft gezworen en het berouwt Hem niet (= Hij komt er niet op terug; dit staat vast!): Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchizedek (vers 4). Zoals die destijds als koning en priester regeerde over (Jeru)Salem, zo zal Jezus dat doen. Op een alleen door God gekende en erkende wijze, voor eeuwig.

Hierin wordt het wezen van Jezus’ koningschap zichtbaar. Hij zal een priester-koning zijn. Een koning die zelf als priester het offer voor zijn volk heeft gebracht, het offer van zijn eigen leven. Opdat zijn volk een volk voor de eeuwigheid zal zijn. Een volk zoals God dat eigenlijk bedoeld had bij de schepping.

Het einde van alle kwaad

De psalm eindigt met een belofte van de Vader voor Jezus: De HEER is aan uw rechterhand (vers 5). God de Vader zal naast Jezus staan. Hij zal zijn sterkte zijn. Maar deze woorden betekenen meer. Met die woorden bevestigt God dat Hijzelf Jezus heeft geroepen. Dat Jezus’ koningschap een koningschap namens de Vader is. En dat Hij Hem daarom sterk zal maken om te slagen. En er komt nog meer.

Hij verplettert koningen op de dag van zijn toorn. Niemand zal voor Jezus stand kunnen houden. Hij zal op die dag, dat het oordeel komt, alle tegenstanders van God en zijn Koninkrijk verpletterend verslaan, hun macht en het kwaad dat ze hebben aangericht, tenietdoen en hun naam van de aarde uitwissen in het oordeel.

In die laatste grote strijd, die vooraf gaat aan het oordeel, zullen de opstandige volken van de aarde zich nog eenmaal in een grote, algemene opstand tegen God en zijn Koning verenigen, om Jezus’ heerschappij ongedaan te maken en zijn Koninkrijk omver te werpen. Dit wordt ook geprofeteerd in Psalm 2 (6). Dat is het moment waarop zal blijken welke keuze de volken van de aarde hebben gedaan: voor Gods Koning of voor diens tegenstander.

Wie Gods regering verwerpt en meedoet in de opstand, zal door Gods Koning vernietigend verslagen worden: Hij houdt gericht onder de heidenen, hoopt lijken op, verplettert hoofden op het wijde veld (vers 6). Daar begint het laatste, het oordeel, het einde van alle kwaad op aarde.

Het geheim van Jezus’ overwinning

Dan blijkt ook het geheim van Jezus’ overwinning: Hij drinkt onderweg uit de beek; daarom heft Hij het hoofd op (vers 7). Gedurende heel de weg die Hij gaat, drinkt Hij van het levende water van de Heilige Geest. (7) Die geeft Hem kracht, Die geeft Hem leiding en Die verenigt Hem met God, zijn Vader.

Door naar Hem te luisteren, blijft Jezus voortdurend in een diepe gemeenschap met Hem en is Hij één met Hem (8). Daarom behoudt Hij altijd het perspectief, kan Hij zijn ogen gericht houden op de voleinding en zal Hij tenslotte in het Koninkrijk van God op de nieuwe aarde voor eeuwig Gods Koning zijn (9), wiens priesterlijke bediening eeuwige gevolgen heeft.

En wij die in Hem geloven, zullen daarvan getuige zijn!


                 Suggestie: Lees Psalm 110 nu nog
                     eens helemaal voor jezelf door.
                     Lees ook het boek: ‘Komt de christen
                     voor Gods troon?’ - Bestel hier ... .

Uit de Bijbel: 

Psalm 110. Van David. Een psalm.

1. Aldus luidt het woord van de HEER tot mijn Heer:
Zet u aan mijn rechterhand,
totdat Ik uw vijanden gelegd heb
als een voetbank voor uw voeten
.
2. De HEER strekt van Sion uw machtige scepter uit:
heers te midden van uw vijanden
.
3. Uw volk is een en al gewilligheid
ten dage van uw heerban;
in heilige feestdos rijst uit de schoot van de dageraad
de dauw van uw jonge mannen voor u op
.
4. De HEER heeft gezworen en het berouwt Hem niet:
U bent priester voor eeuwig,
naar de wijze van Melchisedek
.
5. De HEER is aan uw rechterhand.
Hij verplettert koningen ten dage van zijn toorn;

6. Hij houdt gericht onder de heidenen, hoopt lijken op,
verplettert hoofden op het wijde veld
.
7. Hij drinkt onderweg uit de beek;
daarom heft hij het hoofd op

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1) Marcus 16:19.
De Heer [Jezus] dan werd, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God.

(2) Filippenzen 2:9-10.
Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



(3) 1 Tessalonicenzen 5:23-24.
En Hij, de God van de vrede, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Heer Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen..

(4) Jesaja 49:6.
Ik stel u tot een licht van de volken, opdat mijn heil zal reiken tot het einde van de aarde.
    Micha 5:6.
En het overblijfsel van Jakob (= zij die als nakomelingen van Jakob hebben vastgehouden aan hun geloof in hun God; dus ook zij die door hun geloof in Jezus bij hen mogen behoren - AvdS) zal te midden van vele volkeren zijn als dauw van de HEER, als regenstromen op het groene kruid, ...

(5) Openbaring 20:6.
... zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



(6) Psalm 2:1-3.
Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? De koningen van de aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de HEER en zijn Gezalfde (= Jezus en zij zeggen - AvdS): ‘Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen!’ 

 

 

 

 


(7) Johannes 4:10, 14.
... Indien je wist van de gave van God en wie het is, die tot je zegt:
Geef Mij te drinken,
je zoudt het juist aan Hem gevraagd hebben en Hij zou je levend water
hebben gegeven.
... Wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven,
zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven,
zal in hem worden tot een fontein van water, dat opspringt en eeuwig leven geeft
.

(8) Johannes 10:30.
Ik en de Vader zijn één.

(9) Openbaring 11:15.
Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Heer en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.
  


  Print dit artikel hier uit ...  

Reageren? Schrijf in het Gastenboek ... of stuur je berichtje via het
                  berichtenvak op de pagina Contact ... .
 



ATTENTIE!! - Overname van artikelen

© LET OP! De op deze website gepubliceerde artikelen mogen
alleen met toestemming van de schrijver en eigenaar van de site
overgenomen en/of gepubliceerd en/of vermenigvuldigd worden,
behoudens waar dit anders is aangegeven. Voor het verkrijgen
van deze toestemming en/of voor contact hierover kunt u
gebruik maken van de Contactpagina. Klik hier ... 
 


                          We hebben God nodig,
               omdat Hij de vervulling van ons leven is,
                        de reden van ons bestaan.